
De Toolbox (1): Hoe selecteer je een experiment?
Binnen de Digitale Rivier willen we snel leren innoveren, met behulp van kort-cyclische experimenten. In deze nieuwe serie, De Toolbox, geven we een inzage in onze aanpak, zodat meer mensen bekend raken met onze methodiek benadering. In dit eerste deel: de basis voor een succesvol experiment. Het succes van een experiment wordt niet bepaald door het resultaat, maar door het feit DAT er een resultaat wordt behaald. Als de basisvoorwaarden voor een experiment niet aanwezig zijn, dan is het niet verstandig om een experiment te starten. De kans op verspilling van tijd en geld is dan groot, net als het uitblijven van de leerervaring. Wat zijn dan de basis voorwaarden? En hoe toets je die? We leggen kort uit hoe dit bij ons in zijn werk gaat.
Het startpunt
Het idee voor een experiment kent bij de digitale rivier twee mogelijke startpunten: vanuit een Vraag (probleemstelling) of vanuit een Aanbod (oplossingsrichting). Bij een vraag hoort een ‘Owner’. Dat is degene die geïnteresseerd is in het antwoord op de vraag, en die de benodigde inzet wil plegen of faciliteren om tot het antwoord te komen. Zonder Owner geen experiment. Bij een aanbod hoort een probleem. Dat is het eenduidige en meetbare dilemma wat door het aanbod wordt opgelost. Zonder specifiek probleem geen experiment. Met name dit tweede startpunt kent nogal eens wat hoofdbrekens, aangezien de indiener vaak ‘verliefd’ is op het eigen idee, en minder genegen om opnieuw kritisch te zijn op het eigen ontwerp.
Passend binnen het programma
Hoewel we binnen het programma ‘de Digitale Rivier’ werken met een zo open mogelijke benadering, de B-manier*, zoeken we de experimenten vooralsnog binnen (de operatie in) het natte areaal van Rijkswaterstaat. Als onze aanpak binnen Rijkswaterstaat meer verspreid raakt, dan zal deze afbakening komen te vervallen.
Daarnaast hanteren we drie maatstaven om de wenselijkheid van een experiment vooraf te toetsen (zie het figuur). Het experiment moet een digitale component hebben. Het experiment moet een maatschappelijke meerwaarde hebben en het experiment moet vernieuwend/innoverend zijn. Dat laatste kan ook zijn door een bestaande techniek op een nieuwe manier of binnen een nieuw proces toe te passen. Bij het ideale experiment zijn alle componenten in ruime mate aanwezig waarmee er optimaal invulling wordt gegeven aan ‘gebruikersgerichte digitalisering’. Een optimale symbiose tussen klantbehoefte, klantbetrokkenheid, digitalisering en vernieuwing.
Energie!
Als laatste voorwaarde geldt dat de betrokken deelnemers aan het experiment de drive hebben om samen snel, binnen 3 tot 4 maanden, tot een resultaat te komen. De Experimenttrekker is hierbij cruciaal. Deze persoon bewaakt de afstemming, en daarmee voortgang, de aanpak, de resultaten en de besluitvorming. Bovendien fungeert hij of zij ook als ‘Linking Pin’ voor alle deelnemers. De experimenttrekker is bij voorkeur gedurende de hele looptijd van het experiment beschikbaar. Oftewel: zonder aangewezen trekker, geen experiment.
Meer weten?
In bovenstaande afbeelding is het proces nog eens kort weergegeven. Natuurlijk zijn er nog meer aspecten die een rol spelen bij het selecteren van een experiment. Bijvoorbeeld de urgentie van het dilemma of de opschaalbaarheid van een oplossing. Wil je meer weten over dit proces? Lees dan het playbook “experimenteren selecteren”. Aanvragen kan door een mailtje te sturen naar: https://digitalerivier.nl/contact/
Waardevolle informatie Pieter!